opzijsprong
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opzijsprong (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·zij·sprong
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opzijspringen |
opzijsprong
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opzijspringen
- ... dat ik opzijsprong.
- ... dat jij opzijsprong.
- ... dat hij, zij, het opzijsprong.
- ... dat ik opzijsprong.
Gangbaarheid
- Het woord opzijsprong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.