opzakkende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opzakkende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·zak·ken·de
Werkwoord
vervoeging van: | opzakken |
opzakkende
- verbogen vorm van opzakkend, het onvoltooid deelwoord van opzakken
vervoeging van: | opzakken |
verbogen vorm: | opzakkendee |
opzakkende