Naar inhoud springen

opwoei

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 mei 2017 om 06:34 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *op·woei {{-verb-|0}} {{ovt-enk-bijz|opwaa...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·woei

Werkwoord

vervoeging van
opwaaien

opwoei

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opwaaien
    • ... dat ik opwoei. 
    • ... dat jij opwoei. 
    • ... dat hij, zij, het opwoei.