Naar inhoud springen

opwachtten

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 29 dec 2016 om 20:46
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • op·wacht·ten
vervoeging van
opwachten

opwachtten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opwachten
    • ...dat wij opwachtten. 
    • ...dat jullie opwachtten. 
    • ...dat zij opwachtten.