opvlam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·vlam
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opvlammen |
opvlam
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opvlammen
- ... dat ik opvlam.
Gangbaarheid
- Het woord opvlam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.