optimaliseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·ti·ma·li·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
optimaliseren |
optimaliseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optimaliseren
- Ik optimaliseer.
- gebiedende wijs van optimaliseren
- Optimaliseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optimaliseren
- Optimaliseer je?