opslorpten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·slorp·ten

Werkwoord

vervoeging van
opslorpen

opslorpten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opslorpen
    • ...dat wij opslorpten. 
    • ...dat jullie opslorpten. 
    • ...dat zij opslorpten.