opkweekten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·kweek·ten

Werkwoord

vervoeging van
opkweken

opkweekten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opkweken
    • ...dat wij opkweekten. 
    • ...dat jullie opkweekten. 
    • ...dat zij opkweekten.