opklauterende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·klau·te·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | opklauteren |
opklauterende
- verbogen vorm van opklauterend, het onvoltooid deelwoord van opklauteren
vervoeging van: | opklauteren |
verbogen vorm: | opklauterendee |
opklauterende