Naar inhoud springen

ophoog

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 25 sep 2017 om 15:07 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *op·hoog {{-verb-|0}} {{1ps-bijz|ophogen}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • op·hoog
vervoeging van
ophogen

ophoog

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophogen
    • ... dat ik ophoog.