ophelp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·help
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ophelpen |
ophelp
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ophelpen
- ... dat ik ophelp.
Gangbaarheid
- Het woord 'ophelp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.