opfokten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·fok·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opfokken |
opfokten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opfokken
- ...dat wij opfokten.
- ...dat jullie opfokten.
- ...dat zij opfokten.
- ...dat wij opfokten.
Gangbaarheid
- Het woord opfokten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.