openvliegt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: openvliegt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- open·vliegt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
openvliegen |
openvliegt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvliegen
- ... dat jij openvliegt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvliegen
- ... dat hij openvliegt.