openvalt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- open·valt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
openvallen |
openvalt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvallen
- ... dat jij openvalt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openvallen
- ... dat hij openvalt.