opensprong
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opensprong (hulp, bestand)
Woordafbreking
- open·sprong
Werkwoord
vervoeging van |
---|
openspringen |
opensprong
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van openspringen
- ... dat ik opensprong.
- ... dat jij opensprong.
- ... dat hij, zij, het opensprong.
- ... dat ik opensprong.