openlieten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: openlieten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- open·lie·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
openlaten |
openlieten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van openlaten
- ...dat wij openlieten.
- ...dat jullie openlieten.
- ...dat zij openlieten.
- ...dat wij openlieten.