openbloeide

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • open·bloei·de

Werkwoord

vervoeging van
openbloeien

openbloeide

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van openbloeien
    • ... dat ik openbloeide. 
    • ... dat jij openbloeide. 
    • ... dat hij, zij, het openbloeide. 

Gangbaarheid