openbleef
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- open·bleef
Werkwoord
vervoeging van |
---|
openblijven |
openbleef
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van openblijven
- ... dat ik openbleef.
- ... dat jij openbleef.
- ... dat hij, zij, het openbleef.
- ... dat ik openbleef.