opeenhoop
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·een·hoop
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opeenhopen |
opeenhoop
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opeenhopen
- ... dat ik opeenhoop.
Gangbaarheid
- Het woord opeenhoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.