opdiepte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- op·diep·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opdiepen |
opdiepte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opdiepen
- ... dat ik opdiepte.
- ... dat jij opdiepte.
- ... dat hij, zij, het opdiepte.
- ... dat ik opdiepte.