opatřili

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔpatr̝̊ɪlɪ/
Woordafbreking
  • opa·t·ři·li

Werkwoord

opatřili

  1. bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord opatřit
  2. bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord opatřit
Gelijkklinkende woorden