ontvlooide
Uiterlijk
- Geluid: ontvlooide (hulp, bestand)
- ont·vlooi·de
vervoeging van |
---|
ontvlooien |
ontvlooide
- enkelvoud verleden tijd van ontvlooien
- Ik ontvlooide.
- Jij ontvlooide.
- Hij, zij, het ontvlooide.
- Ik ontvlooide.
- Het woord ontvlooide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.