ontvaderde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontvaderde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·va·der·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontvaderen |
ontvaderde
- enkelvoud verleden tijd van ontvaderen
- Ik ontvaderde.
- Jij ontvaderde.
- Hij, zij, het ontvaderde.
- Ik ontvaderde.