Naar inhoud springen

ontsprong

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 1 mei 2017 om 00:43 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • ont·sprong
vervoeging van
ontspringen

ontsprong

  1. enkelvoud verleden tijd van ontspringen
    • Ik ontsprong. 
    • Jij ontsprong. 
    • Hij, zij, het ontsprong.