ontploften
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontploften (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·plof·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontploffen |
ontploften
- meervoud verleden tijd van ontploffen
- Wij ontploften.
- Jullie ontploften.
- Zij ontploften.
- Wij ontploften.