ontleerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontleerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontleren |
ontleerden
- meervoud verleden tijd van ontleren
- Wij ontleerden.
- Jullie ontleerden.
- Zij ontleerden.
- Wij ontleerden.
Gangbaarheid
- Het woord ontleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.