ontkleurden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontkleurden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·kleur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontkleuren |
ontkleurden
- meervoud verleden tijd van ontkleuren
- Wij ontkleurden.
- Jullie ontkleurden.
- Zij ontkleurden.
- Wij ontkleurden.