onthechtten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onthechtten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·hecht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onthechten |
onthechtten
- meervoud verleden tijd van onthechten
- Wij onthechtten.
- Jullie onthechtten.
- Zij onthechtten.
- Wij onthechtten.
Gangbaarheid
- Het woord onthechtten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.