onthechtend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onthechtend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·hech·tend
Werkwoord
vervoeging van: | onthechten |
verbogen vorm: | onthechtende |
onthechtend
vervoeging van: | onthechten |
verbogen vorm: | onthechtende |
onthechtend