ontglipten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ontglipten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ont·glip·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontglippen |
ontglipten
- meervoud verleden tijd van ontglippen
- Wij ontglipten.
- Jullie ontglipten.
- Zij ontglipten.
- Wij ontglipten.