ontdoofde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·doof·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ontdoven |
ontdoofde
- enkelvoud verleden tijd van ontdoven
- Ik ontdoofde.
- Jij ontdoofde.
- Hij, zij, het ontdoofde.
- Ik ontdoofde.
vervoeging van |
---|
ontdoven |
ontdoofde