onderverhuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·ver·huur

Werkwoord

vervoeging van
onderverhuren

onderverhuur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderverhuren
    • Ik onderverhuur. 
  2. gebiedende wijs van onderverhuren
    • Onderverhuur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderverhuren
    • Onderverhuur je?