ondersta
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·sta
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderstaan |
ondersta
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
- ... dat ik ondersta.
vervoeging van |
---|
onderstaan |
ondersta
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
- Ik ondersta.
- gebiedende wijs van onderstaan
- Ondersta!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderstaan
- Ondersta je?