ondermijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·mijn

Werkwoord

vervoeging van
ondermijnen

ondermijn

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondermijnen
    • Ik ondermijn. 
  2. gebiedende wijs van ondermijnen
    • Ondermijn! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ondermijnen
    • Ondermijn je?