onderkom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·der·kom

Werkwoord

vervoeging van
onderkomen

onderkom

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderkomen
    • Ik onderkom. 
  2. gebiedende wijs van onderkomen
    • Onderkom! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onderkomen
    • Onderkom je?