onderkoelden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·der·koel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
onderkoelen |
onderkoelden
- meervoud verleden tijd van onderkoelen
- Wij onderkoelden.
- Jullie onderkoelden.
- Zij onderkoelden.
- Wij onderkoelden.
vervoeging van |
---|
onderkoelen |
onderkoelden