omzwikt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·zwikt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omzwikken |
omzwikt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwikken
- ... dat jij omzwikt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omzwikken
- ... dat hij omzwikt.
Gangbaarheid
- Het woord omzwikt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.