omwonenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omwonenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·wo·nen·den
Zelfstandig naamwoord
de omwonenden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord omwonende
- ▸ In de Kamerbrief benadrukt Van der Burg dat het kabinet met de gemeente Tubbergen wil blijven samenwerken en dat de gemeenteraad en de omwonenden er goed bij moeten worden betrokken.[1]
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kabinet passeert voor het eerst gemeente: vergunning voor azc in hotel” (16 augustus 2018), NOS