omverhaalde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: omverhaalde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- om·ver·haal·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omverhalen |
omverhaalde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omverhalen
- ... dat ik omverhaalde.
- ... dat jij omverhaalde.
- ... dat hij, zij, het omverhaalde.
- ... dat ik omverhaalde.