omspeld
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- om·speld
Werkwoord
vervoeging van |
---|
omspelden |
omspeld
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspelden
- ... dat ik omspeld.
Gangbaarheid
- Het woord omspeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.