ompode
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- om·po·de
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | > 50000 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | ompode |
tegenwoordige tijd | ompoder |
verleden tijd | ompodet ompoda |
voltooid deelwoord |
ompodet ompoda |
onvoltooid deelwoord |
ompodende |
lijdende vorm | ompodes |
gebiedende wijs | ompod |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
ompode
- overgankelijk, (plantkunde) een ent op een andere plant of tak enten of oculeren