omhoogslaat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • om·hoog·slaat

Werkwoord

vervoeging van
omhoogslaan

omhoogslaat

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogslaan
    • ... dat jij omhoogslaat. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogslaan
    • ... dat hij omhoogslaat.