oek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- oek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
oeken |
oek
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oeken
- Ik oek.
- gebiedende wijs van oeken
- Oek!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oeken
- Oek je?
Gangbaarheid
- Het woord oek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.