odvážel

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔdvaːʒɛl/
Woordafbreking
  • od·vá·žel

Werkwoord

odvážel

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord odvážet
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord odvážet