octrooieerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oc·trooi·eer·de

Werkwoord

vervoeging van
octrooieren

octrooieerde

  1. enkelvoud verleden tijd van octrooieren
    • Ik octrooieerde. 
    • Jij octrooieerde. 
    • Hij, zij, het octrooieerde.