očekávali

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔtʃɛkaːvalɪ/
Woordafbreking
  • oče·ká·va·li

Werkwoord

očekávali

  1. bezield mannelijk derde persoon meervoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord očekávat
  2. bezield mannelijk meervoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord očekávat
Gelijkklinkende woorden