Naar inhoud springen

nummerde

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 27 feb 2016 om 07:02 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • num·mer·de
vervoeging van
nummeren

nummerde

  1. enkelvoud verleden tijd van nummeren
    • Ik nummerde. 
    • Jij nummerde. 
    • Hij, zij, het nummerde.