nevyvěšují

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /nɛvɪvjɛʃʊjiː/
Woordafbreking
  • ne·vy·vě·šu·jí

Werkwoord

nevyvěšují

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord nevyvěšovat