neerschrijft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neer·schrijft

Werkwoord

vervoeging van
neerschrijven

neerschrijft

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerschrijven
    • ... dat jij neerschrijft. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neerschrijven
    • ... dat hij neerschrijft.