neerknielden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neer·kniel·den

Werkwoord

vervoeging van
neerknielen

neerknielden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van neerknielen
    • ...dat wij neerknielden. 
    • ...dat jullie neerknielden. 
    • ...dat zij neerknielden. 

Gangbaarheid